Risicofactoren borstkanker
Waarom iemand borstkanker krijgt, is nog niet precies bekend. Wel weten we dat er bepaalde factoren zijn die de kans op het ontwikkelen van borstkanker vergroten. Dit noemen we risicofactoren.
Wat kunnen risicofactoren zijn?
Borstkanker kan op elke leeftijd voorkomen, maar de kans neemt toe naarmate u ouder wordt. Driekwart van de vrouwen met borstkanker is ouder dan 50 jaar. Bij jonge vrouwen (20-30 jaar) komt borstkanker veel minder vaak voor.
Een vroege start van de menstruatie (rond het 12e jaar) verhoogt het risico, net als een late menopauze (na het 55e jaar). Vrouwen bij wie de menstruatie pas na het 14e jaar begint of die rond hun 45e in de overgang komen, hebben juist een lager risico. Ook vrouwen van wie de eierstokken op jonge leeftijd zijn verwijderd, lopen minder kans op borstkanker.
Afwijkingen in bepaalde genen verhogen het risico op borstkanker en soms ook op eierstokkanker. Erfelijkheid speelt vooral een rol als meerdere familieleden op jonge leeftijd borstkanker kregen.
Vrouwen die eerder borstkanker hebben gehad, lopen een grotere kans op een nieuwe tumor in dezelfde of andere borst. Ook bepaalde goedaardige borstaandoeningen kunnen het risico licht verhogen.
Vrouwen die geen kinderen krijgen of pas na hun 35e hun eerste kind krijgen, hebben ongeveer twee keer zoveel kans op borstkanker als vrouwen die op jongere leeftijd kinderen krijgen.
Vrouwen die tijdens of na de overgang hormoonvervangende therapie (HST) gebruiken, vooral een combinatie van oestrogeen en progestageen, lopen een verhoogd risico. Hoe langer de hormoontherapie duurt, hoe hoger het risico. Na het stoppen daalt het risico weer. Vijf jaar na het stoppen is het risico weer gelijk aan dat van vrouwen die geen hormonen gebruikten.
Het gebruik van de pil kan het risico op borstkanker iets verhogen, vooral bij langdurig gebruik of starten op jonge leeftijd (voor het 20e jaar). Na het stoppen met de pil neemt het risico geleidelijk af en is het na ongeveer tien jaar weer op normaal niveau.
Alcohol verhoogt het oestrogeengehalte in het bloed. Eén glas per dag levert nauwelijks extra risico op, maar bij twee tot vijf glazen per dag is de kans op borstkanker ongeveer anderhalf keer zo groot.
Vrouwen met overgewicht, vooral na de overgang, lopen meer risico op borstkanker. Dit komt doordat vetweefsel oestrogeen aanmaakt. Omdat borsten grotendeels uit vetweefsel bestaan, draagt overgewicht bij aan een verhoogd oestrogeenniveau en dus aan een hoger risico.