Fotoboekje operatie met kapje

Soms is het nodig dat je een operatie krijgt. Een operatie betekent dat de dokter iets in je lichaam gaat maken of veranderen, zodat je je weer beter voelt. Voor de operatie krijg je een kapje op je neus en mond. Door dit kapje adem je speciale slaaplucht in, waardoor je rustig in slaap valt. Tijdens de operatie merk je daar helemaal niets van. Wil je meer weten over hoe een operatie in ons ziekenhuis gaat? Bekijk dan de verschillende stappen hieronder!

  • Aankomst kinderafdeling

    Je komt samen met je ouder(s)/verzorger(s) op de Kinderafdeling.
  • Kennismaking verpleegkundige

    De verpleegkundige wil graag weten wie je bent. Dat zet zij allemaal in haar computer.
  • Armbandje om, jasje aan en op de weegschaal

    Je krijgt een armbandje om met je naam erop en een gekleurd jasje aan. Je mag je sokken en onderbroek aanhouden. En soms mag je nog op de weegschaal. Hoeveel weeg jij?
  • Sieraden afdoen

    Doe je al je sieraden af? En je papa en mama ook? Ook mag je geen nagellak dragen. De dokters hebben het liefst dat de mobiele telefoon ook niet mee gaat of dat deze op vliegtuigstand gaat.
  • Temperatuur meten

    Graag willen we weten hoe warm je het hebt. Dit doen we met een apparaat die over jouw voorhoofd glijdt en achter je oor kriebelt. Daarna hoor je 'piep'.
  • Zetpil of smelttablet

    Je krijgt van de verpleegkundige een zetpil of smelttablet. De verpleegkundige kijkt samen met jou welke jij krijgt.
  • Naar de dokter

    We gaan naar de dokter. Met je bed in de lift. Je papa of mama en je knuffel mogen ook mee. Ook de medisch pedagogisch zorgverlener gaat mee. Zij gaat jou en papa of mama helpen bij de dokter.
  • In de wachtkamer

    Je komt eerst in de wachtkamer. De verpleegkundige wil graag weten wie je bent. Papa of mama krijgt een blauw pak aan en een muts op. Ook jij krijgt een muts op.
  • De cadeautjeskast

    De cadeautjeskast! Trek alle laatjes maar open. Zit er wat leuks tussen?
  • Stickers

    In de wachtkamer krijg je stickers op je geplakt. Twee stickers op je borst en één in de zij, deze kriebelt een beetje.
  • Gekleurde draadjes

    Aan de drie stickers komen gekleurde draadjes. De draadjes gaan naar de computer. Die vertelt dan hoe vaak je hart klopt. Ook krijg je een dopje op de vinger. In het dopje zit een rood lampje.
  • Naar de dokter

    Je gaat met je bed naar de dokter. Papa of mama is nog steeds bij je. Net als de knuffel.
  • Bij de dokter

    Bij de dokter hangen grote lampen. Zo kan de dokter alles goed zien. Ook staat er een computer die vaak piept.
  • Kapje met slaaplucht

    De dokter heeft een kapje met slaaplucht. Van de slaaplucht val je heel diep in slaap. Narcose noemen we dat. Je hoort, ziet en voelt niets. Papa of mama is nog steeds bij je. Net als je knuffel.
  • Weer wakker

    Na de diepe slaap word je weer wakker. Papa of mama zit weer bij je en je knuffel ligt naast je. Je krijgt een ijsje als je wakker bent.
  • Terug naar de kinderafdeling

    Als je goed wakker bent haalt de verpleegkundige je weer op. Je gaat weer met je bed in de lift. Terug naar de kinderafdeling.
  • Weer naar huis

    Als het lukt met drinken en je voelt je goed genoeg, mag je meestal weer naar huis. De verpleegkundige weet hoe lang je moet blijven, dus vraag het haar maar!