Operatie bij het carpaal tunnel syndroom

De behandeling van het carpaal tunnel syndroom bestaat uit een poliklinische operatie waarbij de bindweefselband over de carpale tunnel wordt doorgesneden om de zenuw meer ruimte te geven en zo de klachten te verminderen.

Bij deze operatie wordt alleen de hand of pols plaatselijk verdoofd, waarna via een kleine snee de tunnel wordt verbreed.

Na de ingreep krijgt u een drukverband en kunt u de hand ongeveer twee weken minder goed gebruiken.

Het is belangrijk om rekening te houden met het tijdelijk stoppen van bloedverdunners, geen sieraden te dragen, en vervoer voor na de operatie te regelen.

Voor meer informatie kunt u onze folder over het carpaal tunnel syndroom raadplegen.

Verwante afdelingen