Meerlingenzwangerschap
Een meerlingzwangerschap vraagt vaak om extra controles en begeleiding. Samen met de gynaecoloog kijken we naar de gezondheid van u en uw kinderen, zodat u zich zo goed mogelijk kunt voorbereiden op de zwangerschap en bevalling.
Meerlingen ontstaan wanneer meerdere eicellen worden bevrucht. Bij een spontane tweelingzwangerschap komen twee eicellen vrij tijdens de eisprong en worden beide bevrucht. Erfelijkheid kan hierbij een rol spelen. De kans op een meerlingzwangerschap is groter bij zwangerschap bevorderende behandelingen.
Er zijn verschillende soorten meerlingen:
• Twee-eiige of drie-eiige meerlingen;
• Eeneiige tweeling;
• Een drieling, waarbij een eeneiige tweeling en een derde kind uit een andere eicel komen.
Behandeling meerlingenzwangerschap
Uw verloskundige verwijst u in verband met uw meerlingzwangerschap door naar de gynaecoloog. Met het zorgdomeinnummer in de verwijsbrief maakt u een afspraak met de gynaecoloog:
• telefonisch;
• direct via de website via MijnAntonius.U ontvangt daarna een afspraakbevestiging.
Neem naar uw afspraak het volgende mee:
• Geldig legitimatiebewijs;
• Actueel overzicht van uw medicijnen.Een meerling wordt soms al vroeg in de zwangerschap ontdekt met echoscopisch onderzoek. Ook kan de baarmoeder sneller groeien dan verwacht, wat later in de zwangerschap door echoscopie kan wijzen op een meerling. In zeldzame gevallen blijft een meerling onopgemerkt tot de bevalling, wanneer blijkt dat er meer dan één kind in de baarmoeder zit.
Als een meerling vroeg in de zwangerschap (voor 7 weken) wordt ontdekt, groeit in 10-20% van de gevallen een van de vruchtjes niet verder. Dit vruchtje wordt in het lichaam opgeruimd en verdwijnt, vaak gepaard met bloedverlies. Bij de bevalling is er dan geen spoor meer van het vruchtje. Dit heeft geen invloed op de andere vrucht(en).
Een meerlingzwangerschap is vaak zwaarder dan een eenlingzwangerschap. In het begin van de zwangerschap heeft u meer kans op misselijkheid, braken en moeheid. Omdat de baarmoeder sneller groeit, kunt u later last krijgen van harde buiken, vermoeidheid en slaapproblemen.
De gemiddelde zwangerschapsduur is korter bij meerlingen:
• Bij een tweeling is de gemiddelde zwangerschapsduur 37 weken.
• Bij een drieling is dit 34 weken.
• Bij een vierling is dit 31 weken.De kans op complicaties is groter bij een meerlingzwangerschap. De belangrijkste complicaties zijn vroeggeboorte en groeiproblemen. Andere problemen die vaker voorkomen, zijn een hoge bloeddruk en bloedarmoede.
Bij een meerlingzwangerschap kunt u de meeste dingen blijven doen zoals werken, sporten, seks hebben en fietsen. Het is belangrijk om goed voor uzelf te zorgen en goed naar uw lichaam te luisteren. Later in de zwangerschap kunt u door moeheid klachten of de groei van uw buik misschien minder doen. De gynaecoloog adviseert om rond de 28 weken uw activiteiten zoals werk buitenshuis aan te passen of zelfs te stoppen. Heeft u al een druk gezin met andere kinderen dan is het een goed idee om extra hulp in te schakelen tegen het einde van de zwangerschap zodat u uzelf kunt ontlasten.
De belangrijkste complicaties bij een meerlingzwangerschap zijn vroeggeboorte, achterblijven in groei en een hoge bloeddruk in de tweede helft van de zwangerschap. Een speciale complicatie van een monochoriale tweeling is een Transfuseur-transfusé-syndroom (TTS).
Vroeggeboorte
Een vroeggeboorte is het gevolg van spontane voortijdige weeën. Harde buiken die pijnlijker en regelmatiger zijn dan normaal, bloed- en/of slijmverlies en vruchtwaterverlies betekenen dat de bevalling op gang aan het komen is. De kans op een spontane vroeggeboorte is sterk verhoogd bij een drieling en nog sterker bij een vierling.In sommige gevallen kan het nodig zijn om een pessarium (ring) te plaatsen om de baarmoedermond te ondersteunen om zo de kans op een vroeggeboorte te verminderen. Soms vindt de gynaecoloog het raadzaam in te grijpen vanwege een ernstige groeiachterstand van een of alle baby’s.
Groeiachterstand
Tweelingen groeien vanaf ongeveer 32 weken zwangerschap langzamer dan eenlingen. De oorzaak is niet bekend maar kinderen van een meerlingzwangerschap wegen bij de geboorte minder zwaar dan eenlingen bij dezelfde zwangerschapsduur.Bij echoscopisch onderzoek kan blijken dat één of meer baby’s te weinig groeien. De gynaecoloog adviseert dan regelmatige poliklinische controles of opname in het ziekenhuis om de conditie van de kinderen goed te controleren. De harttonen van de kinderen worden regelmatig geregistreerd (CTG). Ook wordt echoscopisch onderzoek en eventueel doppler-onderzoek regelmatig herhaald. De gynaecoloog beoordeelt steeds de bevindingen van de onderzoeken. Blijkt dat de conditie van een van de kinderen achteruitgaat, dan wordt dat met u besproken.
Is de zwangerschap verder dan 33-34 weken gevorderd, dan wordt bijna altijd geadviseerd om de zwangerschap te beëindigen. De gynaecoloog bespreekt met u de medische afwegingen voor een vaginale bevalling of een keizersnede.
Bij een zwangerschapsduur van minder dan 33-34 weken is de situatie lastiger. Het kan zijn dat het voor het kleinste kind beter is om geboren te worden, terwijl het grootste kind nog niet klaar is voor de bevalling. Er wordt dan overlegd over de beste manier van handelen en welke gezondheidsproblemen de kinderen kunnen krijgen. Soms wordt bij deze zwangerschapsduur een injectie met corticosteroïden geadviseerd om de longrijping van de kinderen te bevorderen.
Transfuseur-transfusé-syndroom (TTS)
Het transfuseur-transfusé-syndroom, ook wel ‘twin-to-twin’-transfusiesyndroom (TTS) genoemd, komt alleen voor bij monochoriale tweelingen. Dit betekent dat de tweeling één placenta deelt. Er zijn dan bloedvatverbindingen tussen de twee delen van de placenta die elk kind van bloed voorzien. Soms stroomt er meer bloed van het ene kind naar het andere dan andersom.
Het kind dat bloed weggeeft, de transfuseur, krijgt bloedarmoede en groeit minder goed dan het andere kind. Het kind dat extra bloed krijgt, de transfusé, kan problemen hebben omdat het hart niet goed kan omgaan met het extra bloed. Dit kan leiden tot vochtophoping in het lichaam.Het kind dat bloed weggeeft, heeft te weinig bloedvolume. Hierdoor krijgen de nieren minder bloed en gaat het kind minder plassen. Het gevolg is dat het vruchtwater rond dit kind afneemt. Het kind dat teveel bloed krijgt, gaat juist meer plassen. Hierdoor neemt het vruchtwater rond dit kind toe. Dit veroorzaakt een extra snelle groei van de baarmoeder. De buik voelt dan enorm gespannen aan. Deze te snelle groei kan aanleiding zijn voor een vroeggeboorte.
Het grootste gevaar is dat één van de baby’s in de baarmoeder overlijdt. Dit vergroot de kans op hersenbeschadiging of kan de dood van ook het andere kind veroorzaken. Gelukkig komt een TTS weinig voor. Als de gynaecoloog een TTS vermoedt, krijgt u een verwijzing naar een speciaal spreekuur in een academisch of ander groot ziekenhuis voor verdere begeleiding van de zwangerschap.
Als u zwanger bent van een meerling, bent u onder controle bij de gynaecoloog. Bij een meerlingzwangerschap vinden vaker controles plaats. Bij elk bezoek wordt de bloeddruk gemeten. Indien nodig vindt ook controle van het gewicht en de urine plaats.
Omdat bij een tweelingzwangerschap vaak bloedarmoede voorkomt, krijgt u ijzertabletten en extra foliumzuur. Met regelmatig echoscopisch onderzoek wordt de groei van de kinderen bijgehouden.
In het begin van de zwangerschap probeert men het tussenschot tussen de kinderen te beoordelen. Bij onvoldoende groei krijgt u tijdens het echo-onderzoek een doppler-onderzoek. De bloeddoorstroming in de navelstreng wordt dan gemeten. Dit geeft de arts extra informatie over het functioneren van de placenta. Ook wordt de lengte van de baarmoedermond gemeten om inzicht te krijgen in de kans op vroeggeboorte.Vermoedt de arts een monochoriale tweeling (de tweeling deelt één placenta), dan krijgt u rond de 18e zwangerschapsweek uitgebreid echoscopisch onderzoek. Er bestaat een iets verhoogde kans op een aangeboren afwijking.
Bij een tweelingzwangerschap kunt u normaal bevallen tenzij er een groeiachterstand is. De bevalling van een drieling verschilt per ziekenhuis en gebeurt soms normaal, soms per keizersnede. Bij een vierlingzwangerschap wordt altijd voor een keizersnede gekozen.
Een vaginale bevalling begint net als bij een eenlingzwangerschap met ontsluitingsweeën die zorgen dat de baarmoedermond opengaat. Bij volkomen ontsluiting begint de uitdrijving van uw eerste kind. Als het eerste kind geboren is, controleert de gynaecoloog de ligging van het tweede kind. Soms duurt het even voordat de uitdrijvingsweeën opnieuw op gang komen. Tijdens de bevalling worden de harttonen van beide baby’s nauwkeurig gecontroleerd door middel van een CTG. Pas na de geboorte van het tweede kind worden de placenta’s geboren.
Mogelijke problemen
Als gevolg van de grote uitzetting van de baarmoeder zijn de ontsluitings- of uitdrijvingsweeën soms niet sterk genoeg. De arts maakt deze krachtiger door middel van een medicijn dat via een infuus toegediend wordt. Ook na de bevalling wordt dit middel gebruikt om de uitgerekte baarmoeder goed te laten samentrekken en veel bloedverlies te voorkomen.Soms daalt het tweede kind niet met het hoofd of de stuit in het bekken in blijft het dwars liggen. Er zijn dan 2 mogelijkheden:
• De gynaecoloog doet alsnog een keizersnede;
• De gynaecoloog pakt via de vagina in de baarmoeder een of twee beentjes van het kind vast en haalt het tweede kind zo voorzichtig naar buiten.Na een normale vaginale bevalling van een meerling kunt u de kraamperiode thuis doorbrengen. Geef als u kraamhulp aanvraagt al aan dat u een meerling verwacht. Bespreek tevens de mogelijkheden van zo uitgebreid mogelijke kraamhulp: u heeft dit zeker nodig. Bij opname op de kinderafdeling van één of meer kinderen kunt u een deel van de kraamperiode in het ziekenhuis blijven om zo dicht mogelijk bij uw kinderen te zijn.
Borstvoeding
Ook een meerling kan borstvoeding krijgen. Als de kinderen op de kinderafdeling liggen, kunt u de borstvoeding afkolven. In ons ziekenhuis is een lactatiekundige aanwezig die u meer informatie geeft. Dit komt ook ter sprake bij het intake gesprek bij de verloskundige op onze polikliniek.De eerste periode thuis
De eerste periode thuis met een meerling is vaak zwaar. Roep de eerste tijd dan ook zoveel mogelijk hulp in bij de verzorging van de kinderen. Het is verstandig dit al tijdens de zwangerschap te bespreken. Ook is het raadzaam om contact op te nemen met de vereniging van meerlingouders.
Meer informatie
Heeft u nog vragen? Neem dan gerust contact op met de polikliniek Verloskunde via nummer 0515 - 48 89 83.