Epilepsie

Stappenplan behandeling Epilepsie

• Verwijzing door huisarts of specialist

  Wanneer u last heeft van aanvallen, neemt u contact op met uw huisarts. Als de huisarts vermoedt dat het om epilepsie gaat, krijgt u een verwijzing naar de neuroloog.

  In de verwijsbrief staat een Zorgdomeinnummer. Met dit nummer kunt u een afspraak maken. U ontvangt daarna een bevestiging van uw afspraak. Een afspraak maken kan telefonisch of via onze website.

  Neem bij uw bezoek aan het ziekenhuis het volgende mee:

  • Een geldig legitimatiebewijs
  • Een actueel overzicht van uw medicijnen

• Afspraak Neuroloog

  Voor het maken van een afspraak heeft u een verwijzing nodig van uw huisarts of specialist. Tijdens het consult bespreekt de neuroloog uw klachten en voert zo nodig een lichamelijk onderzoek uit. Op basis van uw verhaal en de bevindingen kan vaak al een voorlopige diagnose worden gesteld.

  Het is daarom belangrijk dat u de aanvallen zo goed mogelijk beschrijft. Neem, als het kan, iemand mee die een aanval bij u heeft gezien. Ook kan een video-opname met een mobiele telefoon helpen om een duidelijk beeld te krijgen van wat er gebeurt tijdens een aanval.

• EEG-onderzoek

  Als de neuroloog het nodig vindt, kan er een EEG-onderzoek worden gedaan. Dit onderzoek duurt ongeveer 60 minuten en meet de elektrische activiteit van uw hersenen.

  Wat gebeurt er tijdens het onderzoek?

  • Eerst wordt uw hoofd opgemeten met een meetlint.
  • Daarna plakken we met een pleister enkele plaatjes (elektroden) op uw handen en bij uw oren.
  • Vervolgens krijgt u een muts op waarin 23 elektroden zijn verwerkt. In deze elektroden brengen we contactgel aan. Hierbij wordt licht over uw hoofdhuid gewreven. Dit kan wat onaangenaam aanvoelen, maar is niet pijnlijk. Deze zorgen voor een goede geleiding tussen de huid en de meetapparatuur.
  • De elektroden zijn verbonden met een apparaat dat de hersenactiviteit registreert. U voelt hier niets van.

  Tijdens het onderzoek ligt u ontspannen op een bed met uw ogen gesloten. De onderzoeker vraagt u een paar keer uw ogen te openen en te sluiten. Ook wordt er een knipperende lamp gebruikt, waarbij het licht steeds sneller flitst. Halverwege het onderzoek wordt u gevraagd ongeveer drie minuten diep te zuchten.

  Na afloop
  Na het onderzoek worden de muts en elektroden verwijderd en kunt u weer naar huis.

• MRI-scan

  Als de neuroloog het nodig vindt, kan er een MRI-scan van de hersenen worden uitgevoerd. Dit onderzoek maakt gedetailleerde beelden van de hersenen.

  Bij sommige vormen van epilepsie geeft een MRI-scan extra informatie over de mogelijke oorzaak van de aanvallen. In andere gevallen levert de scan geen aanvullende informatie op. De neuroloog beoordeelt of het onderzoek in uw situatie zinvol is.

• Medicatie

  De neuroloog kan ervoor kiezen om medicijnen voor te schrijven. Na een eenmalige epileptische aanval wordt dit meestal nog niet gedaan, omdat de kans op een tweede aanval vaak klein is.

  Het doel van de medicatie is het voorkomen van aanvallen. Deze medicijnen worden anti-epileptica genoemd. Ze onderdrukken de overmatige elektrische activiteit in de hersenen, maar genezen epilepsie niet.

  Bij ongeveer 7 van de 10 mensen zorgen anti-epileptica ervoor dat aanvallen niet of nauwelijks meer optreden. Als meerdere medicijnen of combinaties daarvan onvoldoende effect hebben, kunnen andere behandelingen worden overwogen, zoals:

  • Epilepsiechirurgie
  • Het ketogeen dieet
  • Nervus Vagus Stimulator (NVS)

  De neuroloog kan u voor deze behandelingen doorverwijzen naar een gespecialiseerd centrum.

  Soms schrijft de neuroloog ook medicatie voor die u kunt gebruiken als een aanval niet vanzelf stopt.

  Heeft u een kinderwens? Bespreek dit dan op tijd met uw neuroloog, zodat de medicatie (indien nodig) kan worden aangepast.

• Bloedonderzoek

  Soms is het nodig om enkele weken na de start van een medicijn de hoeveelheid van het middel in uw bloed te controleren. Op basis van deze uitslag kan de dosering worden aangepast.

  Ook bij (nieuwe) bijwerkingen of als er opnieuw aanvallen optreden, kan de neuroloog besluiten om bloedonderzoek te laten doen. Zo wordt gecontroleerd of de medicijnspiegel in het bloed nog goed is afgestemd op uw situatie.

• Risico’s en leefregels bij epilepsie

  Welke risico’s iemand loopt bij epilepsie, hangt sterk af van het type en de frequentie van de aanvallen. Overmatig vermijden van risico’s kan uw dagelijks leven onnodig beperken. Het is daarom belangrijk om een goed evenwicht te vinden tussen veiligheid en zelfstandigheid.

  De neuroloog zal meestal een aantal leefregels adviseren, zoals:

  • voorzichtigheid bij zwemmen en baden;
  • vermijden van werkzaamheden op hoogte;
  • zorgen voor voldoende slaap en een regelmatig levensritme.

  Op de websites van de Epilepsie Vereniging Nederland (EVN) en het Nationaal Epilepsiefonds vindt u veel praktische informatie over het omgaan met epilepsie in het dagelijks leven.

  De neuroloog kan u verwijzen naar de verpleegkundig consulent epilepsie voor een informatief gesprek.

  Rijgeschiktheid
  Voor mensen met epilepsie geldt een wettelijke regeling rondom het autorijden. De neuroloog bespreekt met u wat deze regels voor uw situatie betekenen. Het kan zijn dat u tijdelijk geen auto mag besturen.