Rotator cuff letsel
De rotator cuff bestaat uit vier spieren/pezen: de supraspinatus, infraspinatus, subscapularis en teres minor. Deze pezen zorgen voor beweging en stabiliteit van de schouderkop in de kom. Scheuren van deze pezen kunnen acuut (traumatisch) of chronisch (degeneratief) zijn. Vooral de supraspinatus is vaak aangedaan.
Klachten
Pijn bij heffen van de arm, krachtverlies, nachtelijke pijn, moeite met reiken of tillen.
Diagnostiek
Klinisch onderzoek, echografie en/of MRI om de omvang en locatie van de scheur vast te stellen.
Behandeling
Start met oefentherapie gericht op stabiliteit en kracht. Bij volledige scheuren en (relatief) jonge patiënten kan een operatieve reconstructie worden uitgevoerd (arthroscopisch of open). Dit is afhankelijk van het type scheur, de locatie van de scheur en de kwaliteit van het weefsel. In geval van een niet te herstellen letsel, al dan niet gecombineerd met artrose, of bij oudere patiënten kan zelfs een omgekeerde (reverse) schouderprothese worden overwogen. Deze prothese wordt toegepast als er sprake is van (ernstige) rotator cuff schade of complexe artrose. De functie van de schouder wordt overgenomen door de deltaspier die aan de buitenkant van het de schouder zit
Revalidatie (na operatie)
Na een pees hersteloperatie: eerste weken mitella, gevolgd door passieve en later actieve mobilisatie. Krachtopbouw na 6–8 weken. Volledig herstel duurt vaak 6 maanden.
Na een omgekeerde (reverse) schouderprothese: een mitella gedurende enkele weken. Fysiotherapie begint met passieve oefeningen om verstijving te voorkomen, gevolgd door actieve oefeningen. De nadruk op functioneel herstel met hulp van de deltaspier. Het herstelproces duurt gemiddeld 4 tot 6 maanden, afhankelijk van het type prothese en individuele belastbaarheid. Deze periode kan uitlopen tot een jaar na de operatie