Knieschijfluxatie (Patella luxatie)
Bij een patella luxatie schiet de knieschijf (patella) uit de groeve aan de voorkant van het dijbeen (ontwricht).
De knieschijf bevindt zich aan de voorkant van uw knie en zit vast aan de pees van uw bovenbeenspier. Bij het bewegen van de knie schuift de knieschijf normaliter in het gootje van uw bovenbeen. Naast de knieschijf zitten banden die voor stabiliteit zorgen. Wanneer deze banden oprekken of scheuren, kan de knieschijf scheuren of zich uit haar normale positie verplaatsen. In dat geval is de knieschijf ‘uit de kom’. Dit gebeurt meestal naar de buitenzijde van de knie.
Oorzaken
Een knieschijf luxatie kan verschillende oorzaken hebben, maar ontstaat meestal tijdens het uitoefenen van sport. Door een verdraaiing of een val op de knie kan de knieschijf ontwrichten waardoor de banden die de knieschijf op zijn plaats houden plotseling uitrekken of scheuren. Daarnaast kan de oorzaak ook nog liggen bij een aangeboren afwijking; het kniegewricht kan bijvoorbeeld anders ontwikkeld zijn waardoor de knieschijf makkelijker uit zijn positie schiet.
Klachten
Een acute verplaatsing van de knieschijf met zwelling, pijn en instabiliteitsgevoel. Soms blijft de knieschijf uit de kom staan.
Diagnostiek
Klinisch onderzoek, aangevuld met röntgenfoto's en soms CT en of MRI-scan om bandletsel en anatomische predisposities in kaart te brengen.
Behandeling
Conservatief met brace en fysiotherapie gericht op spierversterking. Bij herhaalde luxaties kan een operatieve stabilisatie nodig zijn.
Nabehandeling
Revalidatie met nadruk op spierbalans en coördinatie. Bij operaties duurt herstel gemiddeld 3–6 maanden.