Enkel- of achtervoetartrose
Artrose (slijtage) kan plaatsvinden in het enkelgewricht (tibio-talair) of achtervoetgewrichten zoals het subtalaire gewricht. Artrose is achteruitgang van het kraakbeen van het gewricht en leidt tot pijn bij lopen, (start)stijfheid, bewegingsbeperking en soms zwelling.
Het kan ontstaan door het ouder worden, na een breuk, ontstekingen (bijvoorbeeld bij reuma) of langdurige overbelasting.
Diagnostiek
De diagnose wordt gesteld op basis van het klinische onderzoek, aangevuld met röntgenfoto’s en soms een CT of MRI.
Behandeling
Conservatieve behandeling bestaat uit een brace, steunzolen, aangepast schoeisel, pijnstilling (paracetamol en/of NSAID's), injecties en/of oefentherapie. Operatieve behandeling kan in de vorm van een enkelartrodese (vastzetten van het gewricht) of een enkelprothese. De keuze hangt af van de ernst en locatie van de artrose.
- Enkelprothese: Wordt soms toegepast bij milde tot matige artrose van het enkelgewricht bij oudere, minder actieve patiënten. Hierbij wordt het versleten gewricht vervangen door een kunstgewricht.
- Artrodese (vastzetten van het gewricht): Bij ernstige of uitgebreide artrose. Meestal met forse pijnklachten en functieverlies, waarbij conservatieve behandeling niet effectief meer is. Vaker voorkomend bij posttraumatische artrose. Tijdens de operatie worden de beschadigde gewrichtsvlakken verwijderd. Het uiteinde van het scheenbeen en sprongbeen worden vervolgens in voor de functie benodigde stand tegen elkaar geplaatst en met schroeven of platen gefixeerd. Hierdoor groeit het bot vast en wordt beweging in het enkelgewricht definitief opgeheven. Dit lijdt tot pijnvermindering en stabiliteit en is een duurzame oplossing bij ernstige artrose. Het nadeel is dat er geen beweging meer is in het enkelgewricht. Mogelijk kan op lange termijn overbelasting optreden van de omliggende gewrichten.
- Nabehandeling: Na de operatie wordt de enkel gedurende enkele weken geïmmobiliseerd met gips of walker. In eerste instantie mag de enkel vaak niet belast worden, gevolgd door een periode van geleidelijke belasting. Fysiotherapie is gericht op kracht, coördinatie en looppatroon. Volledig herstel duurt meestal 3–6 maanden tot een jaar.